Zondagmiddag 12 juni geeft de heer Cor van der Heijden een lezing over Anton Schellens (1887 – 1954), de fotograaf van het ongerepte Brabantse plattelandsleven. Dit doet hij als spreker tijdens de speciaal voor de Vrienden van Sint Petrus georganiseerde ontmoetingsmiddag.

In 2x drie kwartier neemt de heer van der Heijden de Vrienden mee naar het Brabantse plattelandsleven van het begin van de 20ste eeuw aan de hand van foto’s uit de “Collectie Schellens”. 

Deze lezing is exclusief voor de Vrienden van Sint Petrus.  Aanmelden is gewenst.

Meer informatie over de lezing en de spreker.

De lezing en het boek   De spreker
 

Zoals veel van zijn rijke collega’s, was de in Eindhoven woonachtige Geldropse textielfabrikant Anton Schellens (1887-1954) een gepassioneerde verzamelaar van moderne kunst, vooral van de Haagse School en Amsterdamse impressionisten. Wat Jongkind, Mauve, Willem Maris en Breitner met palet en penseel maakten, probeerde Schellens met zijn hobby, fotografie. Met zorg koos hij in zijn Eindhovense omgeving taferelen van het pure, onbedorven en pittoreske plattelandsleven, met eenvoudige optrekjes waar keuterboeren, thuiswerkende ambachtslieden en oude vrouwen hun dagen sleten zoals generaties voor hen dat deden.

Cor van der Heijden heeft deze onbekende fotocollectie van Anton Schellens uitvoerig bestudeerd. Tijdens de lezing wordt zijn fotografische werk in zijn tijd en in kunsthistorische context geplaatst. De spreker was in 2011 de vierde (en tot nu toe laatste) laureaat aan wie de Historische Prijs Noord-Brabant werd toegekend. In het juryrapport werd Van der Heijden er uitvoerig om geprezen dat hij zich verre hield van een gemakkelijke nostalgische terugblik op de wereld van onze grootouders en overgrootouders, maar dat hij in zijn wetenschappelijke werk keer op keer de grauwe werkelijkheid achter idyllische plaatjes blootlegde.

Datzelfde recept beproeft Van der Heijden in zijn nieuwe onderzoek over Anton Schellens en getuigt hij van zijn talent om beide kanten van het verleden – verbeelding en werkelijkheid – evenwichtig en vakbekwaam aan ons voor te leggen. In de lezing gaat de spreker uitvoerig in op het ‘wie’, het ‘waarom’ en ‘het wat’ van de fotocollectie, die tussen 1910 en 1925 tot stand kwam. Hij zal beginnen met ‘het wie’. Hierbij krijgen drie families aandacht: behalve Schellens zijn dat Eijcken (familie van moederskant) en Van Wijck (schoonfamilie). Daarna wordt stilgestaan bij ‘het waarom’. In dit deel van de lezing staat de beeldende kunst centraal (met aandacht voor onder andere Schellens’ favoriete kunsthistorische stromingen, zijn rol als verzamelaar en zijn actieve betrokkenheid bij het culturele leven in Eindhoven). Na de pauze komt ‘het wat’ aan de beurt: een duiding van het fotografische werk van Anton Schellens. Van der Heijden zal daarbij aantonen dat Schellens bewust op zoek was naar relicten van een Brabant dat al minstens een halve eeuw tot het verleden behoorde. In zijn boek schrijft hij zelfs: Schellens was op zoek naar een Brabant dat nooit in deze vorm bestaan had.

In de lezing, van twee keer drie kwartier, komen dus veel verschillende aspecten aan de orde. Aan de hand van ongeveer 250 beelden (familiefoto’s , afbeeldingen van kunstwerken en vooral veel foto’s uit de ‘Collectie Schellens’) wordt in deze lezing het ‘wie’, het ‘waarom’ en het ‘wat’ van deze recent ontdekte en bestudeerde kunstschat aan de vergetelheid ontrukt. Het in 2019 verschenen boek is inmiddels niet meer via de uitgever leverbaar (‘uitverkocht’). Zolang de voorraad strekt, beschikt de auteur nog over een beperkt aantal exemplaren. Op deze avond is het mogelijk om een exemplaar van dit boek aan te schaffen.

Cor van der Heijden, Anton Schellens (1887-1954). Fotograaf van het ongerepte Brabantse plattelandsleven (Uitgeverij Vantilt, Nijmegen) 240 blz.; prijs € 29,95.

 

 

Cor van der Heijden (Hulsel, 1957) is historicus; promoveerde in 1995 op een onderzoek naar de omvang en oorzaken van de zuigelingen en kindersterfte in Tilburg in de negentiende en begin twintigste eeuw; is vanaf 1982 werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs in Tilburg; is publicist en schrijft voor tal van bladen (onder andere voor NRC Handelsblad en G/Geschiedenis); schreef een honderdtal artikelen en boeken over diverse aspecten van de geschiedenis van Noord-Brabant, met een nadruk op sociaaleconomische en sociaal-culturele thema’s uit de negentiende en twintigste eeuw (de belangrijkste zijn: Het heeft niet willen groeien, Kleurloos, reukloos en smaakloos drinkwater, Schrandere boeren en schriele bestuurders, Kempische boeren en Vlaamse vissers (samen met Gerard Rooijakkers) en Rampen en plagen in Nederland); werkt vanaf 1995 als auteur en eindredacteur mee aan diverse geschiedenismethoden voor het voortgezet onderwijs (o.a. Pharos, Sfinx en Feniks); werkte als auteur en redacteur mee aan de serie Ach Lieve Tijd Tilburg; werkte als redacteur en auteur mee aan het seriewerk Geschiedenis van het Boerenleven in Nederland (Zwolle, 2006-2008) en aan Het alledaagse leven. Tradities en trends in Nederland (Zwolle, 2008-2010); was van 1983 tot 2009 lid van de redactie van het tijdschrift Brabants Heem; ontving in januari 2011 de Historische Prijs Noord-Brabant.